Prioriteiten in je leven bepalen
Lesson 8 Module 2
Aan de hand van persoonlijke waarden kun je prioriteiten in je leven bepalen. Prioriteiten stellen is een belangrijke timemanagementvaardigheid. Prioriteiten stellen is niets anders dan bezig zijn met de zaken die belangrijk zijn. Hoe kun je efficiënt met je tijd omgaan en afronden wat je gedaan wilt krijgen?
Sta bewust stil bij wat voor jou belangrijk is. Als dat alleen maar een vage
gedachte oplevert, ga je dan eerst bezinnen op wat je echt wilt en wat
je persoonlijke waarden zijn. Als je weet wat belangrijk voor je is, dan wordt een
keuze maken een stuk gemakkelijker.
Oefening 9
Je kan daarbij gebruik maken van de 4 kwadrantenmatrix van Eisenhouwer.
Verder uitgewerkt door Stephen Covey. Met deze matrix kan je bepalen wat je
echt wilt.
Header | Dringend | Niet dringend |
---|---|---|
Belangrijk | 1 | 2 |
Onbelangrijk | 3 | 4 |
Belangrijk zijn zaken die in het oog lopen en/of veel mensen treffen. Door eerst
te bepalen wat belangrijk voor je is, kan je ervoor kiezen bepaalde dingen wel of
niet te gaan doen, hoe belangrijk is de situatie.
Dringend zijn zaken die vóór een bepaalde tijd af moeten zijn
1. Belangrijk, dringend: taken en werkzaamheden die onmiddellijke aandacht
vragen, bijvoorbeeld incidenten, deadlines, noodgevallen, ongelukken,
apparatuur en installaties die het begeven, acute vragen.
2. Belangrijk, niet dringend: activiteiten die met het bereiken van je eigen
doelen te maken hebben, uitvoeren van geplande werkzaamheden, netwerken,
planning, administratie, zelfontwikkeling, zelfreflectie en het opruimen van je
bureau.
3. onbelangrijk, niet dringend: onnodige interrupties zoals verstoringen door
telefoontjes en/of mailtjes, onverwacht bezoek en (onbelangrijke)
vergaderingen. Het zijn zaken die jouw probleem eigenlijk niet zijn - ze zijn niet
voor niets onbelangrijk - maar wel je directe aandacht vragen. Als je druk bent
met activiteiten uit het derde kwadrant, ben je vooral bezig met dringende
zaken voor anderen; je werkt volgens de prioriteiten en doelen van anderen.
4. onbelangrijk, dringend: zaken die je volop kunnen bezig houden maar niet
bijdragen aan de realisatie van je eigen doelstelling(en). Onnodige dingen.
Surfen op het internet, dagdromen, overmatig checken van e-mail en het
bezoeken van bijeenkomsten
Zakelijk wordt anders naar dit kwadrant gekeken dan in persoonlijke sfeer.
Denk na over de gevolgen als je iets wel of niet doet.
Zakelijk is het de kunst je prioriteiten goed te stellen en je werkzaamheden te
verdelen over zowel het eerste als het tweede kwadrant. Het gaat erom je tijd
zó te organiseren dat het merendeel van je werk zich afspeelt in het tweede
kwadrant. Hier bevindt zich namelijk het échte werk en dat bepaalt uiteindelijk
de kwaliteit van je werk en je resultaten. In kwadrant 1 en 3 is het zaak te kijken
of het jou functionele doelen zijn of dat van anderen. Door elke dag te bekijken
in welk kwadrant je werkzaamheden zich bevinden, geeft inzicht in je taken en
verstoringen.
In zowel persoonlijke als zakelijke sfeer is het van belang om zaken die dringend
en belangrijk zijn; kwadrant 1 zo goed mogelijk te ordenen en daarop te
reflecteren. Zal je merken dat zaken minder belangrijk worden. Je komt terecht
in kwadrant 2. Dit is het meest positieve kwadrant. Hier ligt de basis van succes.
Want in dit kwadrant kun je plannen en verbeteren, hier is ruimte voor
ontwikkeling en kansen! Dingen die gedaan moeten worden kan je in je eigen
tempo doen en er meer aandacht aan besteden dan dat je een druk hebt om
het af te hebben.
Bijvoorbeeld; ik weet dat mijn baan gaat aflopen november dit jaar. Het is nu
mei. Ik maak tijd in mijn agenda, plan in mijn agenda al van te voren tot en
met november om sollicitaties uit te gaan voeren. De druk van snel een
andere baan gaan zoeken wordt minder. Ik bevindt me in kwadrant 2. Het
kan ook dat ik per direct ontslagen wordt, dan bevind ik me in kwadrant 1. Er is een druk op me, want over een tijdje heb ik geen inkomen en geen werk meer. Het is belangrijk en dringend om nu direct een baan te zoeken.
Een ander simpele voorbeeld is, ik had gepland vandaag op kantoor te gaan
werken en rustig mijn taken uit te voeren, zoals het kopiëren, printen en
scannen, dingen die ik niet thuis kan doen (kwadrant 1). Wordt ineens mijn
kindje ziek, moet ik dringend naar de dokter en daarna thuis bij mijn kindje te blijven (kwadrant 1), thuis wordt ik gebeld door oma en school (kwadrant 3). Om bij te komen ga ik maar voor de tv zitten (kwadrant 4). Omdat ik de
volgende dag ook thuis moet blijven bij mijn kindje. Plan ik alvast dingen in
die ik wel thuis kan doen (kwadrant 2)